door Trees Schopman
september 2019
Een blogpost nav Tegenlicht meet Up Deventer overleven in de chaos’, met aansluitend Filosofiecafé Deventer over ‘’chaos’. (31/10 en 7/11-2019)
Is de wereld chaotisch? Ja, volgens sommigen wel. Ook in Deventer toonden mensen zich geraakt door dit onderwerp. Hoezo is de wereld chaotisch? We leven toch juist in een geordende en geregelde (westerse) wereld? Vrijwel alles is geprotocolleerd, wordt niet meer aan het toeval overgelaten. Toch beleven meerdere mensen de wereld als chaotisch, als iets waarvoor ze zich moeten afschermen en in bescherming nemen.
Definities
Wat is er aan de hand? Wat is chaos dan precies? Volgens de Griekse mythologie is chaos het ‘niets’ waaruit de eerste goden ontstonden. Vervolgens schiepen die goden de wereld. Ook in Genesis, het bijbels scheppingsverhaal is er sprake van chaos waarbinnen vervolgens orde ontstaat door scheiding van hemel en aarde, licht en duisternis, water en land…. In de natuur- en wiskunde is chaos een niet lineair deterministisch systeem, iets dat ogenschijnlijk volkomen wanordelijk verloopt maar ondertussen toch exact bepaald wordt door middel van logaritme.
Paradox
Dus chaos is niets, een leegte, en tegelijk een wanordelijke onherkenbare volheid van prikkels en elementen. Misschien hebben we met deze paradox de beklemming te pakken die mensen bedoelen als ze zeggen de wereld als chaotisch te ervaren? De leegte zit dan vooral in de betekenisloosheid die door wanorde in de overvloed van informatie wordt veroorzaakt. Er is een veelheid van prikkels, van ‘iets’ waar je je toe hebt te verhouden, maar dit niet kunt omdat je er geen betekenis aan kunt geven. Met deze laatste zin wordt heel duidelijk dat het wel of niet ervaren van chaos een persoonlijke en subjectieve beleving is. Want ‘jij’ neemt de wereld als chaotisch waar en ‘jij’ kunt hier wel of niet betekenis in vinden of aan toekennen.
Fijn?
Vrijwel de meeste mensen vinden het niet fijn om chaos te ervaren. Slechts een enkeling reageert enthousiast. Dat is op zich ook bijzonder. Want waardoor kan iemand enthousiast worden bij chaos? Als je doorvraagt blijkt dat iemand zich aangesproken voelt in zijn creativiteit. ‘Heerlijk, chaos! Ik ben nu vrij om er die vorm aan te geven die ik wil, die ik belangrijk vind!”. Als chaos je niet bang maakt, dan doet het bij uitstek een beroep op je betekenis-gevende, ordenende en probleemoplossend vermogen. Want dat is iets dat wij, mensen, bij uitstek kunnen; problemen oplossen, iets betekenis geven, iets door een technische oplossing naar onze hand zetten. Dus chaos zet ons denken in gang. Dat hebben filosofen in de oudheid ook al ondervonden. Zo ontstonden de systemen van Plato en Descartes, en vele anderen. Daarom kan journalist Stein ook schrijven in Trouw 2002 dat ons denken gebaat lijkt te zijn bij een groeiend besef van chaos en verval.
Wat neem je waar?
Maar is er dan geen grens? Je kunt toch niet alles aan? En hoe houd je jezelf in evenwicht als je de grip op de wereld dreigt te verliezen? “Geen grip willen hebben”, zegt Belgisch psychiater en filosoof Damiaan Denys; “het is absurd om te denken dat controle hebben een deugd is”. Bovendien, volgens Brits neurowetenschapper Anil Seth is ons waarnemen een gecontroleerde hallucinatie. We nemen waar wat we willen- en denken te zien. Dus wat is echt, wat is waar? Als we chaos waarnemen, in hoeverre is dat wat we willen waarnemen? Willen we juist deze chaos als reactie op een te gecontroleerd en geprotocolleerd bestaan? Zoeken we de prikkel die we nodig hebben om ons denken gaande te houden? Want wat is de mens die ophoudt te denken? Of waarom denken we chaos te zien? Is dat wat anderen ons wijs maken? Is het allemaal propaganda, zoals een deelnemer in de documentaire opmerkte? Met welk doel? Misleiden, verwarring zaaien, angst creëren, misbruik maken van onze eigen sensatiezucht? En wat is dan het tegengif? Volgens Kari Norgaard, Amerikaans sociologe, moeten we ons verlangen visualiseren en hier vervolgens onze koers op uitzetten. Dit moeten we blijven doen, want er is geen eindstation. Onze gevoelens van angst en onvrede zijn prikkels voor ons om te zoeken naar ‘het goede’, en daar vervolgens naar te streven. Ons verlangen wijst ons de weg. De filosofen Aristoteles (384 v C.) en Arnold Cornelis (logica van het gevoel, 2000) zouden het hartgrondig met haar eens zijn. Ik ook.